Dit huis, dat naast laatstbedoeld gasthuis in de richting der Diepstraat stond en dat, te oordeelen naar de dikke brokstukken van muren, welke er nu nog van over zijn, een sterk gebouwd huis moet zijn geweest, was oorspronkelijk het eigendom der oud-adellijke Bossche familie van Berckel. Als oudsten eigenaar vind ik daarvan vermeld Geraert van Berckel, schepen van den Bosch, zoon van Geraert, ook schepen van die stad en Geertruid van Gerwen; hij had van Mechtildis Berewout, dochter van Rutger Godefriduszoon en Elsbene Dicbier Willemsdr. 1), eenen zoon Rutger van Berckel, schepen van den Bosch in 1534 en volgende jaren, lid der Ill. L. V. Broederschap aldaar en sedert 11 Februari 1557 pandheer van Nuenen, Gerwen,
| 49 |
Op- en Nederwetten en Tongelre ; hij erfde het hier bedoeld huis van zijnen vader, dat daarna naar hem het huis van Nuenen genaamd werd; hij stierf 19 December 1575; zijne vrouw was Livina van Coudenhove, dochter van Jan, heer van Gentbrugge enz. en Antoinetta Adornes, die hem geene kinderen schonk; zij gaf in 1581 in dit huis huisvesting aan de nonnen van Eikendonk onder den Dungen, nadat dezer klooster door de Hervormden verwoest was; 2 Februari 1589 overleed zij en evenals haar man werd zij begraven in de St. Janskerk te den Bosch, alwaar hunne grafzerk, waarin hun beider levensgroote beeltenissen ten voeten uit zijn gehouwen, hoewel niet meer op hare plaats, nog ligt 2). In hun graf is 23 September 1808 begraven de beroemde Bossche stempelsnijder Theodorus van Berckel, die tot dezelfde familie behoorde als voornoemde Rutger. Van genoemde echtelieden van Berckel-van Coudenhove werd het huis van Nuenen geërfd, voor de eene helft door Floris van Berckel van Eyck, heer van Nuenen, Gerwen en Nederwetten, zoon van Roelof van Eyck, heer van Blaarthem, Zeelst en Veldhoven, schepen van den Bosch en lid der Ill. L. V. Broederschap aldaar en Heylwich van Berckel, dochter van Geraert en Mechtildis Berewout, alzoo den oomzegger van Rutger van Berckel voornoemd en voor de andere helft door de erfgenamen van diens weduwe Livina van Coudenhove 3).
Genoemde Floris van Berckel van Eyck, nu geheeten jonker Floris van Berckel genaamd van Eyck, heer van Nuenen Gerwen en Nederwetten, verkocht 25 Mei 1600 (Reg. n° 234 f. 360 vso) zijne voorschreven helft aan Goyart van Engeland Goijartszn, raad van den Bosch; die helft werd toen gezegd te zijn: de helft in een hem bij doode van jonker Rogier van Berckel; heer van Nuenen, Gerwen en Wetten zijnen oom aangekomen huis met erf, tuin, boomgaard en achterhuis, als
| 50 |
mede een erf daarachter over het water gelegen en strekkende tot aan den stadswal, staande en gelegen aan den Windmolenberg en daarop met eene poort uitkomende tusschen het van Deventher's gasthuis ex uno en het erf van een huisje, toebehoorende aan jonker van Lyer en afkomstig van de vrouw van Nuenen, een heimmuur en achterhuis tusschen beiden liggende, ex alio en strekkende achterwaarts tot aan den stadswal, eene rivier tusschen beiden loopende. De wederhelft van het huis van Nuenen was reeds 5 November 1599 (Reg. n° 263 f. 53) door Laurens van den Abeele 4) Gieliszn, schout te Tongelre, als transport hebbende van de erfgenamen van Livina van Coudenhove meergenoemd, aan genoemden Goyart van Engeland verkocht geworden. Deze, over wien men zie Taxandria III p. 234, had tot vrouw Zeeuwken, de dochter van Lambert Vastaerts 5), die hem schonk: Goyart van Engeland Jr, welke huwde met Beelken, dochter van Jan Goyartszn de Weer en bij haar deze kinderen verwekte: 1° Dierck, die huwde met Hesther van der Woert, dochter van Herbert Stevenszn en weduwe van den kapitein Thomas de Nettin, (welke van haar, met wie hij 1 Juni 1606 gehuwd was, deze kinderen had: Louis, Maria, Margriet, gedoopt 1619 en huisvrouw van Herbert Herbertszn, den timmerman en Engelbert de Nettin); 2° Eusebia, huisvrouw van Arnd Tholinx Dircks en 3° Jenneken 6).
Goyart van Engeland eerstgenoemd werd na doode zijner vrouw priester; toen hij zijne eerste H. Mis las vereerde de Regeering van den Bosch hem een aam Rijnschen wijn. Hij werd later beneficiaat der St. Janskerk en rector van het Groot Ziekengasthuis te den Bosch. De executeurs van zijn
| 51 |
testament, zijnde Peter van Oisterwijck, priester en beneficiaat van gezegde kerk, Jan Willemszn Bloemaerts en Cornelis van der Asseldonck Janszn, verkochten 21 Maart 1617 het huis van Nuenen aan genoemden van der Asseldonck, wiens vrouw was Elisabeth Henrichsdr Gehuyschen. Hunne kinderen, zijnde mr. Jan van Asseldonck, priester en kanonik der Collegiale kerk van St. Gudule te Brussel en Anna van Asseldonck, verkochten door tusschenkomst van hunnen lasthebber Sebastiaan Smits, priester en pater van den convente der vergaderinge van St. Andries den Apostel, gemeynlijck genoempt van Orthen, 3 Februari 1628 (Reg. n° 368 f. 152) dat huis aan Catharina Rogiersdr van de Wercke; het werd toen gezegd te zijn: een seer schoone groote huysinge, achterhuys, hoff, boomgaert 7) ende cleyne somercaemerken, gemeynlijck genoempt het Huys van Nuenen, met alnoch de huysinge neffen de poerte van voers. iersten huyse staende, by wylen Heer Goyaert van Engelant, priestere, opgemaect ende getimmert, staande op den Windmolenberg tusschen het van Deventhers gasthuis ex uno en het huis van Henrick Thomaszn Kaersman ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het water. Thans staat op een deel van het erf van dit huis eene hovenierswoning, genummerd St. Jacobskerkhof 51 en 53; van het huis zelf is, behalve vermelde stukken muur, niets meer over. | 52 |
Noten | |
1. | Hunne overige kinderen waren Godefridus, Luytgardis, Sophia, Katherina, Rodolpha en Maria Berewout. |
2. | Eene afbeelding van deze fraaie grafzerk komt voor in Dr. C.F. Xav. smits de Grafzerken der St. Janskerk te Den Bosch. |
3. | Men zie over hare familie Taxandria V. p. 16 en vlgd. |
4. | Zijne vrouw was Maria van Eyck, dochter van Gerrit van der Bruggen genaamd van Eyck Janszn. |
5. | Diens andere dochter was Anneke Vastaerts, echtgenoote van Egrom Potteye; zijn zoon was Goossen Vastaerts. |
6. | Men zie nog over de familie van Engeland Taxandria XVI p. 54 en XIX p. 290. |
7. | Hiervan was door genoemde kinderen van der Asseldonck een stuk, geemployeert tot fortificatie deser stadt (den Bosch) ende breydinge des wals aldaer, verkocht aan Nicolaes van Empel, ontvanger van de fortificatiepenningen dier stad, tot behoef derzelver fortificatie (Reg. n° 352 f. 201). Deze Nicolaes van Empel zal een zoon geweest zijn van Adriaan (zoon van mr. Goijaert, secretaris van den Bosch) en Catharina Hixspoir (dochter van Cornelis Henrickszn), die behalve hem deze kinderen hadden: Arnout, priester en deken der Collegiale Kerk van Geertruidenberg, Maria, huisvrouw van Peter Adriaanszn Wijnen van Dinther (Suyskens), Henrica, Antonetta en Elisabeth van Empel. |